Laten we van Vivaldi’s Vier jaargetijden Zes jaargetijden maken

Toen deze week de herfst officieel begon, moest ik weer eens aan Kurt Vonnegut denken. Hij vond namelijk dat er geen vier seizoenen zijn, maar zes. Hij mopperde dat de lente vaak niet voelt als lente en dat november helemaal niet klopt voor de herfst – en dat mensen misschien wel daarom zo vaak somber zijn.

‘Hier is de waarheid over de seizoenen: de lente dat zijn mei en juni. Wat is er lente-achtiger dan mei en juni? De zomer dat zijn juli en augustus. Heel erg warm! De herfst dat zijn september en oktober. Zie je die pompoenen? Ruik je de brandende bladeren? Daarna komt het seizoen dat luiken heet. November en december zijn geen winter. Zij zijn luiken. Daarna komt de winter, januari en februari. Oh wat koud! Wat komt er daarna? Geen lente. Eerst komt ontluiken. Wat kunnen die wrede maand maart en de slechts iets minder wrede april anders zijn? Maart en april zijn geen lente, ze zijn ontluiken.’

Vonnegut hield dit pleidooi in de Amerikaanse staat New York, maar voor Nederland klopt deze indeling ook heel aardig. Tijdens de koude en natte lente van dit jaar dacht ik vaak: ‘Dit is geen lente. Dit is ontluiken.’

Hoe onze tijd is ingedeeld in jaren, maanden, weken en uren heeft natuurlijk van alles te maken met hoe de aarde om de zon draait. Ooit sprak ik iemand die probeerde om de 168 uur in een week niet meer in te delen in de traditionele zeven dagen van 24 uur. Nee, diegene maakte er zes dagen van 28 uur van, daarmee kom je ook op precies 168 uur. Met deze indeling hoefde hij maar zes keer acht uur te slapen en kreeg zo acht uur extra per week om andere dingen te doen. Het idee bleek in de praktijk toch iets minder goed te werken, met slaapperioden die steeds verschoven en regelmatig nogal onhandig overdag vielen. Onze zeven dagen van 24 uur zijn toch net iets beter afgestemd op wat de aarde doet.

Maar met die vier seizoenen weet ik dat nog zo net niet. Er blijken al systemen te zijn die het jaar indelen in zes seizoenen, zoals de Hindoekalender die een extra voor-winter en nazomer kent. Ik zie nog meer voordelen van zes seizoenen: er kunnen twee extra vioolconcerten gemaakt worden bij Vivaldi’s De vier jaargetijden. En wat te denken van de pizza quattro stagioni met de vier kwarten die staan voor de seizoenen: met artisjokken voor de lente, basilicum voor de zomer, paddestoelen voor de herfst en olijven voor de winter. Daar komen dan nog twee punten bij, doe mij maar verse spinazie voor het ontluiken en rode biet voor het luiken.

Ach, ik verwacht niet dat Nederland ooit zal overstappen op een systeem met zes seizoenen. Vonnegut hield zijn betoog al in 1978 en in de tussentijd is er niets veranderd. Maar waar leven volgens een week met zes dagen van 28 uur nogal onpraktisch blijkt, is er geen enkele reden om niet te leven alsof er zes seizoenen zijn. Ik ga vast op zoek naar een goede luikjas.

Deze column verscheen op 24 september 2021 in de Volkskrant.