De juiste woorden

Deze column verscheen in Technisch Weekblad.

Tijdens mijn afstuderen in Delft werkte ik aan kettingbreuken, een soort oneindige breuken. Regelmatig kreeg ik van geïnteresseerde werktuigbouwkundigen en andere ingenieurs vragen over fietsen en machines. Het duurde even voor ik begreep dat zij bij kettingbreuken dachten aan gebroken kettingen en niet aan breuken in de getaltheorie. Zo leerde ik dat er iets is dat erger is dan een vakterm gebruiken die mensen niet kennen: een woord gebruiken dat voor andere mensen een andere betekenis heeft.

Elke ingenieur die wel eens een communicatiecursus heeft gevolgd, zal zijn best doen om jargon te vermijden. Maar minstens zo gevaarlijk zijn woorden die voor het algemeen publiek een andere connotatie hebben. Een voorbeeld: toen in 2009 emails van klimaatonderzoekers uitlekten, was er veel ophef over het woord “truc”. Sceptici lazen dat woord als “oplichterij” en zagen daarin het bewijs dat er gerommeld werd in klimaatonderzoek. Maar de wetenschappers gebruikten hier “truc” voor een slimme manier om data te combineren. Ze hadden niet eens door dat dit ook een soort jargon was.

Het artikel Communicating the Science of Climate Change (Physics today, oktober 2011) riep klimaatonderzoekers op om hun ontdekkingen beter over te brengen naar een ongeïnteresseerd en slecht geïnformeerd publiek. De auteurs gaven onder andere een kleine tabel van woorden die leken anders lezen dan wetenschappers. Bij fout denkt de gemiddelde lezer bijvoorbeeld: “vergissing of onjuist”, terwijl de onderzoeker bedoelt: “hoever de schatting van de werkelijke waarde afwijkt”. Ze geven nog een paar voorbeelden en waarschuwen klimaatonderzoekers dat ze voortaan betere woorden moeten kiezen om te zorgen dat ondubbelzinnig helder is wat ze bedoelen.

Hierdoor geïnspireerd schreef sterrenkundige Phil Plait een aanstekelijke blogpost (“Scientists are from Mars, the public is from Earth”). Hij schreef: “Communiceren is niet domweg informatie naar beneden gooien vanaf een toren. Het bestaat uit twee delen: een idee aan iemand presenteren en dat de ander die het begrijpt. Soms moeten we onze formulering aanpassen om te zorgen dat het tweede deel gebeurt. Anders schreeuwen we alle feiten in het heelal naar een lege kamer.”

In de tientallen reacties daarop volgden nog veel voorbeelden van dubbelzinnige woorden. Bij theorie denkt de gemiddelde lezer “Oh, het is maar een idee, een vaag vermoeden. Mijn eigen mening is net zo belangrijk als dat theorietje van de wetenschap.” (Al hoor je dat zelden over de relativiteitstheorie. Misschien omdat leken daar minder bezwaren tegen kunnen verzinnen dan tegen de evolutietheorie.)

Ik vroeg op twitter om meer van dit soort voorbeelden en mijn volgers kwamen met prachtige voorbeelden uit allerlei vakgebieden. Nuchter heeft in het ziekenhuis een andere betekenis dan daarbuiten. Leken associëren straling met gevaar. Wiskundigen denken bij K3, graaf en lichaam aan andere dingen dan de rest van Nederland. Grappig is x, voor wetenschappers een doodgewone variabele, maar een scholier schreef dat zij steeds aan een kusje dacht. Het meest schrijnende voorbeeld is “een positieve test” voor patiënten die dat interpreteren als goed nieuws, terwijl ze juist ziek blijken.

Er zijn vast nog veel meer voorbeelden, dus we moeten voortaan nog beter op onze woorden letten.