Tag: wiskunde

Kousbroeklezing

Op 8 april hield Ionica Smeets de zesde Kousbroeklezing in De Rode Hoed in Amsterdam. De Kousbroeklezing wordt sinds 2011 jaarlijks gehouden ter nagedachtenis van de in 2010 overleden schrijver Rudy Kousbroek.

De lezing is hier hier terug te lezen. Ook het filmpje dat in de tekst wordt genoemd is hieronder te zien.

Het artikel met de tekst van de Kousbroeklezing is op 2 juni 2016 verschenen in het Nieuw Archief voor Wiskunde.

Wiskunde en meisjes

Zijn meisjes slechter in wiskunde dan jongens? Als ik vertel dat ik wiskunde heb gestudeerd, roepen veel vrouwen al snel hoe slecht ze vroeger in dat vak waren. Vaak voegen ze er bijna trots aan toe dat wiskunde natuurlijk ook niets is voor meisjes. Zit hier een kern van waarheid in, of is het kletspraat?

In Nederland doen de meisjes het bij wiskunde inderdaad minder goed dan de jongens. Sterker nog: in de meeste landen is dit zo. Alleen is het lastig om te zeggen of dit komt door een gebrek aan aanleg of door iets anders. Vooroordelen spelen namelijk een grote rol.

Allereerst blijken leraren niet erg objectief. Als docenten anonieme wiskundetoetsen nakijken, dan doen jongens en meisjes het gemiddeld even goed. Maar als leraren toetsen met namen erboven beoordelen, dan krijgen de jongens stelselmatig hogere cijfers voor wiskunde dan de meisjes. Dus als je het als meisje net zo goed doet als een jongen, dan krijg je toch een lager cijfer voor wiskunde. Lekker dan.

wiskunde

Bovendien worden meisjes sterk beïnvloed door het stereotype dat ze geen wiskunde kunnen. En dat begint al op de basisschool, voordat ze überhaupt wiskunde gekregen hebben. Franse onderzoekers demonstreerden dit met een slimme truc. Honderden kinderen van een jaar of elf kregen de opdracht om een ingewikkeld figuur na te tekenen. Bij de ene helft van de kinderen noemden de onderzoekers dit een tekenopdracht, bij de andere helft spraken ze van een wiskunde-opdracht. Bij de groep die een tekenopdracht uitvoerde, scoorden de meisjes veel beter dan de jongens. Maar bij de kinderen die een wiskunde-opdracht deden, konden de meisjes er ineens niets meer van en haalden de jongens de beste cijfers. Terwijl de opdracht zelf in allebei de gevallen precies hetzelfde was, er was geen enkel verschil in wat ze moesten doen. Kortom: zeg meisjes dat ze iets met wiskunde gaan doen en hun prestaties kelderen. Overigens bleek bij dezelfde studie dat dit effect nauwelijks een rol speelde bij meisjes op een meisjesschool, waarschijnlijk wordt er daar minder gehamerd op het feit dat wiskunde alleen voor jongens is.

Inmiddels lijkt de wetenschap na een hele reeks van onderzoeken voorzichtig te concluderen dat er geen aangeboren onderscheid is tussen wiskundetalent bij jongens en meisjes. De verschillen in prestaties lijken eerder te ontstaan door opvoeding en cultuur. Psycholoog W.A. Wagenaar schreef ooit grappend dat er maar één manier is om eerlijk te testen of jongens beter zijn in wiskunde. Je zou daarvoor een groep kinderen moeten kweken die zelf niet weten of ze een jongen of meisje zijn. Zij zouden blind zijn voor elk vooroordeel. Helaas is dát natuurlijk totaal onhaalbaar. Misschien is het daarom tijd voor plan B. Als we nu eens allemaal stoppen met roepen dat wiskunde niets is voor meisjes. En dan kijken we over een jaar of twintig hoe onze dochters het uiteindelijk doen.

Dit bericht verscheen in september 2015 in Kek Mama

Flirt with a nerd (column)

“Als je in India in een bar komt en je zegt dat je studeert voor ingenieur, komen de meisjes in drommen op je af”, aldus de Indiase IT-er Chandrasekhar. “En je hebt het helemáál gemaakt als je halverwege de avond aankondigt naar huis te gaan om nog wat computerberekeningen te analyseren. Dan zijn ze echt niet meer tegen te houden.” Zou dat echt zo zijn? Ik kom natuurlijk zelden in kroegen in India, maar in Nederland is het volslagen ondenkbaar dat een jongen op weg naar zijn linuxserver de opdringerige meisjes van zich af moet slaan.

Balkenende citeerde Chandrasekhar in een oproep aan Nederlandse jongeren om hun talent beter te gebruiken. Diezelfde week stuurde een vriend mij een foto van een reclamebord met “It’s my future! I want to be an engineer…sex can wait.” Zo werf je natuurlijk geen technische studenten.


Billboard_Sex_Can_Wait

De meeste Nederlandse meisjes willen helemaal geen ingenieur, ze willen de zanger van een band, of een advocaat, of desnoods een arts. Zelf was ik geen haar beter. Jarenlang studeerde ik in Delft tussen vriendelijke jongens die mijn band plakten, mijn computer repareerden en meegingen naar feestjes als niemand anders zin had. Maar aan het eind van zo’n feestje ging ik altijd naar huis met een kunstenaar, een muzikant of een ander moeilijk kijkend type in een zwarte koltrui. Want wat moest ik nou met een techneut?

Tot ik prompt na mijn afstuderen verliefd werd op een ingenieur, een natuurkundige nog wel. En wat bleek dat een ideale partner! Ons eerste afspraakje was zorgvuldiger gepland dan de invasie van Normandië. Daarna maakt hij zonder problemen tijd in zijn agenda vrij voor mij en voor ik het wist woonden we samen. En als ik met vriendinnen wil afspreken, dan blijft hij gewoon wat langer in zijn lab. Ik heb nog nooit zo’n leuke vriend gehad.

Na jaren van blindheid keek ik eens om me heen en zag dat veel bèta’s eigenlijk ontzettend geschikte partners zijn. Ze zijn slim en solide. Ze kunnen een waterleiding aanleggen en met een beetje geluk dansen ze nog op feestjes ook. En ze zijn massaal vrijgezel. Een vriend van mij had een gouden idee: een datingbureau voor bèta’s. De naam had hij al: Flirt with a nerd. Er is maar één probleem: hij kan geen vrouwen vinden die zich aan willen melden.

Het wordt tijd dat Nederlandse meisjes beseffen dat bèta’s net als boeren een vrouw zoeken. En dat ze een voorbeeld nemen aan die Indiase meisjes en op mannenjacht gaan bij civiele techniek, werktuigbouwkunde of informatica.

Deze column verscheen op 15 maart 2008 in Technisch Weekblad. Ik zet hem op veler verzoek online. Grappig detail: deze column hing jarenlang op de koffiekamer van mijn vriends werk. De relevante passages over hem waren gemarkeerd. Tijdens het lofwoord bij zijn promotie citeerde zijn promotor er zelfs nog een stukje uit. Nog grappiger: een vriendin van me was aan het internetdaten met een natuurkundige en kreeg deze column toegestuurd als aanbeveling. Ze zei daarna fijntjes dat niet alle nerds zo leuk zijn als mijn vriend. Waarvan akte.