Tag: Public Communication of Science and Technology

Een geweldige doorbraak in ivf-behandeling…maar vergeet niet door te vragen

Vorige week zag ik de beste lezing die ik in lange tijd heb gezien. Het was bij Public Communication of Science and Technology, een grote internationale conferentie over wetenschapscommunicatie die dit jaar voor het eerst in Nederland plaatsvond. Soms is het teleurstellend dat mensen die hun werk maken van wetenschapscommunicatie niet per se toonbeelden zijn van goede communicatie in hun presentaties. Zo zag ik ook vorige week weer slides met tientallen regels piepkleine tekst, sprekers die naar hun schoenen keken terwijl ze hun verhaal mompelden, misleidende driedimensionale taartdiagrammen en een monoloog over het belang van interactie – zonder enige vorm van interactie met de aanwezigen.

Maar gelukkig waren er ook absolute helden zoals de Australische filmmaker Sonya Pemberton, die documentaires en reportages maakt over wetenschap. In haar lezing deelde ze haar beste tips voor het communiceren over wetenschap – en ze paste haar eigen tips duidelijk toe in al haar werk, inclusief de lezing die ze in Rotterdam gaf.

De zaal hing aan haar lippen toen ze vertelde over hoe ze jaren geleden een documentaire maakte over een Australische arts die als eerste een succesvolle zwangerschap wist te bereiken met een nieuwe ivf-behandeling. Hij vertelde enthousiast over deze wetenschappelijke doorbraak en Pemberton maakte een juichende reportage over hoe geweldig dit was. Haar reportage werd door miljoenen kijkers bekeken en ze kreeg veel complimenten voor haar werk.

Een tijd later las Pemberton in de krant dat in Spanje de eerste levende baby geboren was dankzij deze ivf-behandeling. Ze belde de Australische wetenschapper die zij geïnterviewd had, overtuigd dat de krant een fout had gemaakt. Hij had toch het eerste succes met deze behandeling?

De arts zei dat het nieuwsbericht klopte: dit was inderdaad voor het eerst dat er een levende baby geboren was uit deze ivf-behandeling. Pemberton, denkend aan haar eigen ronkende reportage, vroeg hem: ‘Maar u had toch al veel eerder de eerste succesvolle behandeling?’. Waarop de arts antwoordde: ‘Dat is correct. Wij hadden de eerste succesvolle zwangerschap.’ Toen besefte Pemberton dat een succesvolle zwangerschap verbijsterend genoeg níet hoeft te eindigen met een baby die levend geboren wordt. De wetenschapper was zeer precies geweest in zijn formulering en zij had niet verder gevraagd.

Pembertons tip voor wetenschapscommunicatie: laat je niet meeslepen door je verhaal en blijf controleren of het wel klopt wat jij aanneemt (bijvoorbeeld dat een succesvolle zwangerschap eindigt met een levend geboren baby).

Inmiddels spookt dit voorbeeld al een week door mijn hoofd. Toen ik de anekdote vertelde aan een bevriende journalist, riep zij al voor de clou: ‘Laat me raden: die Australische arts had zeker alleen een zwangerschap in muizen?’ Zij had inmiddels ook door schade en schande geleerd om goed door te vragen bij wetenschappers die vertellen over de geweldige doorbraken in hun onderzoek.

Hierbij wil ik ook een tip geven aan wetenschappers: verschuil je niet achter feitelijk correcte, heel precieze antwoorden, waarvan je donders goed weet dat de rest van de wereld ze op een andere manier zal interpreteren.

Deze column verscheen op 21 april 2023 in de Volkskrant.