Tag: meisjes

Wiskunde en meisjes

Zijn meisjes slechter in wiskunde dan jongens? Als ik vertel dat ik wiskunde heb gestudeerd, roepen veel vrouwen al snel hoe slecht ze vroeger in dat vak waren. Vaak voegen ze er bijna trots aan toe dat wiskunde natuurlijk ook niets is voor meisjes. Zit hier een kern van waarheid in, of is het kletspraat?

In Nederland doen de meisjes het bij wiskunde inderdaad minder goed dan de jongens. Sterker nog: in de meeste landen is dit zo. Alleen is het lastig om te zeggen of dit komt door een gebrek aan aanleg of door iets anders. Vooroordelen spelen namelijk een grote rol.

Allereerst blijken leraren niet erg objectief. Als docenten anonieme wiskundetoetsen nakijken, dan doen jongens en meisjes het gemiddeld even goed. Maar als leraren toetsen met namen erboven beoordelen, dan krijgen de jongens stelselmatig hogere cijfers voor wiskunde dan de meisjes. Dus als je het als meisje net zo goed doet als een jongen, dan krijg je toch een lager cijfer voor wiskunde. Lekker dan.

wiskunde

Bovendien worden meisjes sterk beïnvloed door het stereotype dat ze geen wiskunde kunnen. En dat begint al op de basisschool, voordat ze überhaupt wiskunde gekregen hebben. Franse onderzoekers demonstreerden dit met een slimme truc. Honderden kinderen van een jaar of elf kregen de opdracht om een ingewikkeld figuur na te tekenen. Bij de ene helft van de kinderen noemden de onderzoekers dit een tekenopdracht, bij de andere helft spraken ze van een wiskunde-opdracht. Bij de groep die een tekenopdracht uitvoerde, scoorden de meisjes veel beter dan de jongens. Maar bij de kinderen die een wiskunde-opdracht deden, konden de meisjes er ineens niets meer van en haalden de jongens de beste cijfers. Terwijl de opdracht zelf in allebei de gevallen precies hetzelfde was, er was geen enkel verschil in wat ze moesten doen. Kortom: zeg meisjes dat ze iets met wiskunde gaan doen en hun prestaties kelderen. Overigens bleek bij dezelfde studie dat dit effect nauwelijks een rol speelde bij meisjes op een meisjesschool, waarschijnlijk wordt er daar minder gehamerd op het feit dat wiskunde alleen voor jongens is.

Inmiddels lijkt de wetenschap na een hele reeks van onderzoeken voorzichtig te concluderen dat er geen aangeboren onderscheid is tussen wiskundetalent bij jongens en meisjes. De verschillen in prestaties lijken eerder te ontstaan door opvoeding en cultuur. Psycholoog W.A. Wagenaar schreef ooit grappend dat er maar één manier is om eerlijk te testen of jongens beter zijn in wiskunde. Je zou daarvoor een groep kinderen moeten kweken die zelf niet weten of ze een jongen of meisje zijn. Zij zouden blind zijn voor elk vooroordeel. Helaas is dát natuurlijk totaal onhaalbaar. Misschien is het daarom tijd voor plan B. Als we nu eens allemaal stoppen met roepen dat wiskunde niets is voor meisjes. En dan kijken we over een jaar of twintig hoe onze dochters het uiteindelijk doen.

Dit bericht verscheen in september 2015 in Kek Mama

Meer meisjes voor techniek

Deze column verscheen in Technisch Weekblad.

Het is de gemiddelde lezer van Technisch Weekblad misschien even ontgaan, maar vorige week
verscheen de Emancipatiemonitor 2012. Met daarin goed nieuws over meisjes en techniek: op HAVO en VWO kiezen de laatste jaren steeds meer meisjes het profiel Natuur en Techniek. Op de HAVO steeg het percentage meisjes dat dit exacte vakkenpakket koos van tien procent in 2005 naar vierentwintig procent in 2011. Goed nieuws, al merkt de Emancipatiemonitor op dat dit zich (nog) niet vertaalt naar meer meisjes op de technische vervolgopleidingen. Sterker nog, op de universiteit daalde het aandeel meisjes bij bèta-studies zelfs een beetje. Al meldde de TU Eindhoven laatst trots dat dit collegejaar één op de vier eerstejaars een vrouw is, tegenover één op de zes het jaar daarvoor.

Het is geen doel op zich om zoveel mogelijk meisjes richting techniek te lokken. Maar het is wel belangrijk om meisjes die exacte vakken leuk vinden, te stimuleren om er iets mee te doen. Er zijn helaas namelijk nog steeds te veel ouders en leraren die tegen zulke meisjes zeggen dat ze beter iets in de zorg kunnen doen. Omdat exacte vakken niets voor meisjes zijn.

Om dat soort vooroordelen te bestrijden, ga ik een paar keer per jaar naar een middelbare school om te speeddaten met meisjes die voor hun profielkeuze staan. Deze week was ik in Alphen aan de Rijn. In kleine groepjes ontmoetten de scholieren verschillende vrouwelijke bèta’s: onder andere een industrieel ontwerper, een patholoog, een kankeronderzoeker en een natuurkundestudent. Na een korte introductie mochten de meisjes vragen stellen. Werk je wel met mensen? Mag je vaak naar het buitenland? Wist je altijd al wat je wilde worden?

Ik vertelde eerlijk over mijn eigen twijfels toen ik vijftien was en dat ik toen maar besloot om een exact pakket te kiezen, omdat ik daarmee nog steeds elke vervolgstudie kon doen. En hoe blij ik nog steeds ben met mijn keuze, omdat ik nu als wetenschapsjournalist mijn perfecte baan heb gevonden. Na afloop zei een meisje dat ze voor de speeddate dacht dat ze cultuur en maatschappij wilde kiezen, maar dat ze nu toch twijfelde over een exact pakket. Heel goed.

De school noemde de speeddates een groot succes. Vroeger zaten er hooguit één of twee meisjes bij de exacte vakken. Inmiddels is de verdeling bij het profiel Natuur en Techniek 50/50. Veel meisjes gaven aan dat de speeddate de doorslag had gegeven bij hun profielkeuze.

Dus als je dit leest als vrouwelijke ingenieur, overweeg dan om ook eens naar een school te gaan. Landelijk expertisebureau meisjes/vrouwen en bèta/techniek VHTO organiseert dit soort speeddates door heel Nederland. Ze geven je tips hoe je met de pubers moet omgaan en praktisch advies als “trek geen kleding aan die vooroordelen over bèta/technische beroepen bevestigt (zoals een overall)”. Ze zoeken altijd meer rolmodellen, dus meld je vooral aan. En wie weet kan de TU dan over een paar jaar melden dat de helft van de student een vrouw is.