Categorie: Technisch Weekblad

Meer meisjes voor techniek

Deze column verscheen in Technisch Weekblad.

Het is de gemiddelde lezer van Technisch Weekblad misschien even ontgaan, maar vorige week
verscheen de Emancipatiemonitor 2012. Met daarin goed nieuws over meisjes en techniek: op HAVO en VWO kiezen de laatste jaren steeds meer meisjes het profiel Natuur en Techniek. Op de HAVO steeg het percentage meisjes dat dit exacte vakkenpakket koos van tien procent in 2005 naar vierentwintig procent in 2011. Goed nieuws, al merkt de Emancipatiemonitor op dat dit zich (nog) niet vertaalt naar meer meisjes op de technische vervolgopleidingen. Sterker nog, op de universiteit daalde het aandeel meisjes bij bèta-studies zelfs een beetje. Al meldde de TU Eindhoven laatst trots dat dit collegejaar één op de vier eerstejaars een vrouw is, tegenover één op de zes het jaar daarvoor.

Het is geen doel op zich om zoveel mogelijk meisjes richting techniek te lokken. Maar het is wel belangrijk om meisjes die exacte vakken leuk vinden, te stimuleren om er iets mee te doen. Er zijn helaas namelijk nog steeds te veel ouders en leraren die tegen zulke meisjes zeggen dat ze beter iets in de zorg kunnen doen. Omdat exacte vakken niets voor meisjes zijn.

Om dat soort vooroordelen te bestrijden, ga ik een paar keer per jaar naar een middelbare school om te speeddaten met meisjes die voor hun profielkeuze staan. Deze week was ik in Alphen aan de Rijn. In kleine groepjes ontmoetten de scholieren verschillende vrouwelijke bèta’s: onder andere een industrieel ontwerper, een patholoog, een kankeronderzoeker en een natuurkundestudent. Na een korte introductie mochten de meisjes vragen stellen. Werk je wel met mensen? Mag je vaak naar het buitenland? Wist je altijd al wat je wilde worden?

Ik vertelde eerlijk over mijn eigen twijfels toen ik vijftien was en dat ik toen maar besloot om een exact pakket te kiezen, omdat ik daarmee nog steeds elke vervolgstudie kon doen. En hoe blij ik nog steeds ben met mijn keuze, omdat ik nu als wetenschapsjournalist mijn perfecte baan heb gevonden. Na afloop zei een meisje dat ze voor de speeddate dacht dat ze cultuur en maatschappij wilde kiezen, maar dat ze nu toch twijfelde over een exact pakket. Heel goed.

De school noemde de speeddates een groot succes. Vroeger zaten er hooguit één of twee meisjes bij de exacte vakken. Inmiddels is de verdeling bij het profiel Natuur en Techniek 50/50. Veel meisjes gaven aan dat de speeddate de doorslag had gegeven bij hun profielkeuze.

Dus als je dit leest als vrouwelijke ingenieur, overweeg dan om ook eens naar een school te gaan. Landelijk expertisebureau meisjes/vrouwen en bèta/techniek VHTO organiseert dit soort speeddates door heel Nederland. Ze geven je tips hoe je met de pubers moet omgaan en praktisch advies als “trek geen kleding aan die vooroordelen over bèta/technische beroepen bevestigt (zoals een overall)”. Ze zoeken altijd meer rolmodellen, dus meld je vooral aan. En wie weet kan de TU dan over een paar jaar melden dat de helft van de student een vrouw is.

Flirt with a nerd (column)

“Als je in India in een bar komt en je zegt dat je studeert voor ingenieur, komen de meisjes in drommen op je af”, aldus de Indiase IT-er Chandrasekhar. “En je hebt het helemáál gemaakt als je halverwege de avond aankondigt naar huis te gaan om nog wat computerberekeningen te analyseren. Dan zijn ze echt niet meer tegen te houden.” Zou dat echt zo zijn? Ik kom natuurlijk zelden in kroegen in India, maar in Nederland is het volslagen ondenkbaar dat een jongen op weg naar zijn linuxserver de opdringerige meisjes van zich af moet slaan.

Balkenende citeerde Chandrasekhar in een oproep aan Nederlandse jongeren om hun talent beter te gebruiken. Diezelfde week stuurde een vriend mij een foto van een reclamebord met “It’s my future! I want to be an engineer…sex can wait.” Zo werf je natuurlijk geen technische studenten.


Billboard_Sex_Can_Wait

De meeste Nederlandse meisjes willen helemaal geen ingenieur, ze willen de zanger van een band, of een advocaat, of desnoods een arts. Zelf was ik geen haar beter. Jarenlang studeerde ik in Delft tussen vriendelijke jongens die mijn band plakten, mijn computer repareerden en meegingen naar feestjes als niemand anders zin had. Maar aan het eind van zo’n feestje ging ik altijd naar huis met een kunstenaar, een muzikant of een ander moeilijk kijkend type in een zwarte koltrui. Want wat moest ik nou met een techneut?

Tot ik prompt na mijn afstuderen verliefd werd op een ingenieur, een natuurkundige nog wel. En wat bleek dat een ideale partner! Ons eerste afspraakje was zorgvuldiger gepland dan de invasie van Normandië. Daarna maakt hij zonder problemen tijd in zijn agenda vrij voor mij en voor ik het wist woonden we samen. En als ik met vriendinnen wil afspreken, dan blijft hij gewoon wat langer in zijn lab. Ik heb nog nooit zo’n leuke vriend gehad.

Na jaren van blindheid keek ik eens om me heen en zag dat veel bèta’s eigenlijk ontzettend geschikte partners zijn. Ze zijn slim en solide. Ze kunnen een waterleiding aanleggen en met een beetje geluk dansen ze nog op feestjes ook. En ze zijn massaal vrijgezel. Een vriend van mij had een gouden idee: een datingbureau voor bèta’s. De naam had hij al: Flirt with a nerd. Er is maar één probleem: hij kan geen vrouwen vinden die zich aan willen melden.

Het wordt tijd dat Nederlandse meisjes beseffen dat bèta’s net als boeren een vrouw zoeken. En dat ze een voorbeeld nemen aan die Indiase meisjes en op mannenjacht gaan bij civiele techniek, werktuigbouwkunde of informatica.

Deze column verscheen op 15 maart 2008 in Technisch Weekblad. Ik zet hem op veler verzoek online. Grappig detail: deze column hing jarenlang op de koffiekamer van mijn vriends werk. De relevante passages over hem waren gemarkeerd. Tijdens het lofwoord bij zijn promotie citeerde zijn promotor er zelfs nog een stukje uit. Nog grappiger: een vriendin van me was aan het internetdaten met een natuurkundige en kreeg deze column toegestuurd als aanbeveling. Ze zei daarna fijntjes dat niet alle nerds zo leuk zijn als mijn vriend. Waarvan akte.